Interview "Mikro Gids", januari 1995
"Ik houd van noten die krabben in je ziel"
Jenny Arean (52) begon haar zang- en acteercarrière in 1960 bij het ABC Cabaret van Wim Kan. Ruim 25 jaar later maakte ze haar eerste solovoorstelling. Vanavond is ze, samen met Adèle Bloemendaal, te zien in de muzikale en geestige tv-show "Meisjes in de grote stad", een geslaagde ode aan Amsterdam, de woonplaats van beide coryfeeën. Zwel de televisieshow als haar laatste soloprogramma "Alles heeft zijn prijs" sluit ze af met het nummer "Zing dan". Mikro Gids vroeg haar waarom.
"Ik houd erg van de "blue notes" die in "Zing dan" zitten, noten die krabben in je ziel, die treurnis aangeven. Op een gegeven moment verdwijnt die mineurstemming in het nummer en trekt ineens de hemel op, zoals het eigenlijk ook in het leven gaat."
Halverwege de jaren tachtig begon je met je eerste soloprogramma.
"Dat is de beste stap die ik in mijn leven heb gemaakt, misschien ook wel de griezeligste. Ik ben een beetje een schijterd. Ik werd in het verleden altijd in dienst genomen voor een rol in een stuk, musical of bij een cabaretgezelschap. Ik wist niet wat ik waard was. Ischa Meijer zei tegen mij: "Iedereen in dit vak wil graag teksten voor je schrijven." Dat geloofde ik niet. Ik dacht: ach, kom nou. Bleek dus wel zo te zijn. Een grote ontdekking. Ik hoefde niet meer met mijn talent te schipperen, ik kon zelf theaterprogramma's maken, ik nam mijn eigen verantwoordelijkheid. Door die soloprogramma's kreeg ik een bodem onder mijn kont. De mensen weten nu wie ik ben, ik kreeg een vast publiek, ik kon oogsten. Dat is allemaal prettig, maar ook doodeng. Ik heb nu zes solovoorstellingen gemaakt en iedere keer is het weer heel moeizaam baren. Ik doe dingen met de moed der wanhoop, zeg ik altijd, omdat het moet, omdat er anders gewoon geen geld binnenkomt voor vreten, voor de huur. Altijd leeft er bij mij dat ambivalente gevoel. Kijk, ik weet heus wel dat ik het kan. Het is mijn vak. Ik kan beter liedjes zingen dan menig ander. Aan de andere kant schijt ik ook voor iedere première weer in mijn broek, komt er toch weer die twijfel. Maar als die voorstelling er dan eenmaal staat en je speelt, jongen, dan is de voldoening drie keer zo groot als wat dan ook. Heerlijk."
Waarom zien we je zo weinig op televisie?
"Het komt er gewoon niet meer van. Dat vind ik wel jammer. Ik zou dolgraag met een aantal mensen een leuke tv-serie willen maken. Het lijkt mij lekker een jaar televisie te gaan doen. Maar ja, er worden bij de omroepen zoveel programma-ideeën afgewezen. Ik weet dat Guus Vleugel en Ton Vorstenbosch een leuke synopsis voor een serie hebben geschreven over het galeriecircuit. Goud lijkt me dat, maar afgewezen, klaar."
De hitparades staan tegenwoordig vol met Nederlandstalige nummers. Waarom komt er geen single van Jenny Arean op de markt?
"Ik weet niet of daar een markt voor is. Daar ga ik niet over. Ik maak theaterprogramma's, ik werk me de tering. Jij werkt bij een omroep. Misschien weet jij waarom ik niet word geplugd op radio en televisie. Marco Borsato wordt geplugd. Ik heb wel een Edison, maar ik word niet geplugd."
Dat is toch eigenlijk schandalig.
"Is het ook, maar ik heb geen zin te vechten tegen de bierkaai. In de commerciële hoek zit een verzameling hufters die nooit verder kijkt dan hun neus lang is. Ze leven in een wereld met andere interesses, die mensen zien nooit een theaterprogramma. Wat ik maak, is blijkbaar niet interessant voor de commercie. Dus wie daat er dan met mijn plaatsjes langs de discjockeys? Hoe werkt dat dan? Ik weet het niet. Ik maak wel platen, maar ik ben geen platenartiest. Ik neem mijn platen in eigen beheer op, noodgedwongen, want anders gebeurt er nooit iets. "Vluchten kan niet meer", een musicalnummer dat ik samen met Frans Halsema zong, is ooit een hit geworden. Dat plaatje is ook nooit geplugd. Ik geloof dat het Herman Stok was die het destijds met enige regelmaat in zijn nachtprogramma op de radio draaide. Luisteraars vonden het een mooi nummer, vroegen het aan, maar dat was wel ruim zes jaar nadat de musical in het theater had gelopen. Toen rolde "Vluchten kan niet meer" op wonderbaarlijke wijze de Arbeidsvitaminen in. Ik zit dertig jaar in het vak, maar ik begrijp nog steeds niet hoe de mechanismen in die commerciele hoek werken. Eigenlijk wil ik het ook niet weten. Daar word ik, denk ik, alleen maar treurig van."
Bron: Hans Sanders, Mikro Gids, 7 t/m 13 januari 1995