Klarenbeek & Verbrugge

Achtergrond

© Diana Blok Op 30 oktober 2002 ging in Amstelveen "Klarenbeek en Verbrugge" in première, een show met Jenny Arean en Willeke Alberti.

Het was een theaterproductie met persoonlijke verhalen, monologen, conferences en waarin natuurlijk ook veel gezongen wordt, met allerlei nieuw materiaal.

Hoewel de voorstelling in eerste instantie slecht door de pers werd ontvangen, bleek de voorstelling gaandeweg erg te groeien. Jenny: "Het is een zwaar proces geweest: ik had het idee opgevat twee verschillende werelden bij elkaar te brengen. Een leuk idee in theorie, maar in de praktijk blijkt zoiets nog niet zo simpel te zijn. Bij de première was de voorstelling absoluut nog niet klaar, daar was ik on-ge-luk-kig mee. Ik vreesde voor onze afsluiting in Carré. Die zaal was helemaal uitverkocht. Pas een week of zes na de première liepen de dialogen goed. Toen konden we gaan pingpongen, en daar gaat het om. Het begon steeds leuker te worden. En uiteindelijk werd Carré een groot succes."

De liedjes uit de show zijn verschenen op de cd "Klarenbeek & Verbrugge".

Het verhaal

Jenny en Willeke komen elkaar tegen in een hotel in Paterswolde en raken met elkaar in gesprek. Ze realiseren zich dat ze elkaar nooit echt gesproken hebben... Twee dames met twee geheel verschillende karakters, wat zou dat opleveren?

© Frans van Loenen © Frans van Loenen
Foto's van de show in Baarn (18 oktober 2002) Fotografie: Frans van Loenen

Credits

Begeleiding: Hubert Heeringa (blaasinstrumenten, viool, synthesizer), Marcel Fisser (gitaar), Peter van der Zwaag (vleugel, synthesizer, accordeon)
Regie: Ruut Weissman
Teksten: George Groot, Jurrian van Dongen
Lichtontwerp: Reinier Tweebeeke
Kleding: Yan Tax

Premièredatum

30 oktober 2002 in Amstelveen

De theatershow is beëindigd met 4 dagen Carré van 24 t/m 27 april 2003.

Recensies:

Recensie 1. Arean en Alberti zijn de trots en schaamte voorbij

Een sensationele, riskante combinatie in het theater: Arean en Alberti, die hun kwaliteiten onzelfzuchtig op een hoop gooien. Uniek, eigenlijk, omdat ze twee volstrekt uiteenlopende stromingen vertegenwoordigen. Willeke, die haar carrière hoofdzakelijk heeft opgehangen aan het luchtige Nederlandse lied, kiest positie tegenover Jenny die via cabaret en musical de stevige kant in het amusement beoefent. De meisjes Klarenbeek en Verbrugge, derhalve. Zelden dekte een titel de lading zo volkomen. Zonder in het diepe te duiken blijven de dames dichtbij zichzelf. De onderneming staat niet voor breed uitwaaierend, confronterend cabaret en evenmin voor een klaterende show. Hun schrijvers Groot en Van Dongen hebben gekozen voor muzikaal entertainment van niveau. In de dialogen tamelijk voorspelbaar, quasi ondeugend, klassiek van structuur. De hoogtepunten zijn gehuisvest in flonkerende juwelen van Nederlandse chansonkunst zoals De herfst van mijn leven (Alberti), Het verrukkelijke vreemdgaan van weleer (Arean) en het honderd jaar oude Mensch durf te leven als Jenny onnavolgbaar in haar strot een orgel opentrekt.

Het kan niet missen, de contrasten definiëren het programma. Wat hen scheidt is nu eenmaal leuker dan wat ze delen. "Het zal toch niet? In veertig jaar hebben we nooit langer dan vijf minuten met elkaar gepraat", stellen ze vast tijdens een ontmoeting op het terras van het bekendste hotel van Paterswolde. "In dit rare vak ken je elkaar, maar eigenlijk helemaal niet."

Aldus het uitgangspunt voor liefdevol katten, de beschouwende naïviteit van Alberti en de drift van Arean, het mens dat zo'n lekkere rode kop krijgt als ze zich kwaad maakt. Natuurlijk spreekt Willeke haar collega aan op haar kritische instelling. Maar net zo vanzelfsprekend constateert Jenny dat Willeke zich jarenlang een versuffing geschnabbeld heeft op braderieën en zonnebloemboten.

Wat blijft er over? "Beiden brengen we toch troost, geen van ons is toch nog op zoek naar de grote liefde?" Nou dan. Hun motto's ontlenen zij aan bekentenis en verzuchting, aan spanning en avontuur in een bedding van ironie met zo weinig mogelijk reserve en achterdocht. Het manke regieconcept stoort amper en tegen het briljant bedachte achterdoek durven ze zelfs voorzichtig te wijzen op een glorieuze oude dag, de trots en de schaamte voorbij. Gesteld dat je niet van hen hield, dan ben je nu verkocht.

Uit: Dagblad van het Noorden, 31 oktober 2002
Door: Jacques J. d'Ancona

Recensie 2. Combinatie Alberti en Arean moet nog groeien

De combinatie, ofwel een theaterprogramma van Jenny Arean en Willeke Alberti, werkt dat? Het idee is even wennen. Toch blijken er levenskansen te zijn voor de samenwerking van Arean en Alberti.

Arean, die knoert van een persoonlijkheid met een strot van gloedvol graniet en Alberti, dat soms ronduit naïef maar eerlijk overkomende brok volkslyriek. Woensdagavond leverden ze daarvan in Amstelveen het bewijs met de première van een voorstelling waaraan de vedetten hun ware naam gaven: Jenny Arean is de artiestennaam van Joanna Klarenbeek en voor de burgerlijke stand is Willeke Alberti Willy Verbrugge. Maar de combinatie heeft nog tijd van groeien nodig, hoe mooi sommige momenten ook zijn. Arean is een 'theatermens'. Ze beheerst het toneel zodanig, dat wie haar evenknie wil zijn ook een behoorlijke kracht moet hebben. Vandaar dat Willeke Alberti naast haar nog te vaak een wat aarzelende indruk maakt. Toch kan ook bogen op een indrukwekende carrière.

George Groot en Jurrian van Dongen, die de vorm bepaalden waarin de twee elkaar ontmoeten, hebben dat goed aangevoeld. In het programma van dik anderhalf uur zonder pauze, ontmoeten ze elkaar bij toeval in een hotel te Paterswolde. Willen ze met elkaar te maken hebben of niet? In hun dialogen worden de tegenstellingen aardig uitgespeeld. En steeds volgt weer na elke episode van de dialoog een lied. Omdat ze niet meer piepjong zijn en al de nodige liefdes en artistieke successen hebben gekend, vragen ze zich af waar ze nu in het leven staan. Een mooi uitgangspunt voor mooie filosofieën en bijpassende chansons. Maar is het ook geloofwaardig? Bij Arean altijd. Maar als ze samen in een duet de lof zingen van het vreemdgaan, klinkt dat op de een of andere manier bij Alberti wat vreemd. En toch, waarom zou zo'n verhaal niet passen bij haar lyriek van de oprechte doorzonwoning? Maar treffend is haar verhaal over haar ex-echtgenoten en haar juweel van de avond is beslist het door Coot van Doesburgh vertaalde Aznavour-chanson 'Dicht bij jou'.

Hoe kwetsbaar is ze dan. En wat een contrast met de daarop door Arean de zaal in gezwiepte klassieker van Dirk Witte: 'Mensch durf te leven'. De combinatie Klarenbeek en Verbrugge blijkt in die fase van de voorstelling inderdaad te werken. Zeker in het daarop eveneens door Aznavour geschreven volgende duet, maar nu op tekst Jurrian van Dongen. Daarin zeggen ze te hopen de moed te hebben om nieuwsgierig te blijven naar de toekomst, de schaamte voorbij. Pas dan, tegen het eind van de voorstelling staan ze met al hun verschillen, écht naast elkaar. Twee gelijkwaardige tegenpolen, die elkaar begrijpen. En niemand hoeft te twijfelen als ze samen met een relativerend knipoogje terugkijken op hun repertoire en carrières. Klarenbeek en Verbrugge, het lijken soms rollen te zijn, maar Arean en Alberti zijn het dan blijkbaar toch zelf. Het breekbaar gezongen levenslied, naast de vastberaden stem van een vrije vrouw met lef.

Reinier Tweebeeke zet dat alles in een fraaie belichting en een decor dat vooral bestaat uit telkens weer anders uitgelichte jurken. Een trio zorgt voor een complete begeleiding.

Uit: Noordhollands Dagblad, 1 november 2002
Door: Hans Visser

Recensie 3. De yin en yang van het muzikaal theater

Om niet herkend te worden in hun eersteklas hotel in Paterswolde, checken ze in onder de pseudoniemen Klarenbeek en Verbrugge. Jenny Arean en Willeke Alberti, twee totaal verschillende vrouwen en zangeressen, lijken zelf het meest verbaasd door hun verrassende ontmoeting daar op het platteland.

Alberti, elegant en kwetsbaar en Arean, stevig en stoer, helpen elkaar 'over de verkeersdrempel naar de succesvolle nadagen van hun carrière', zoals ze het zelf noemen. De grote vraag is of dit gaat lukken. De branie en de bruid, de femme fatale en het lieve moederschaap; de dames vertegenwoordigen yin en yang van het muzikale theater. Op het eerste gezicht lijken het onoverbrugbare verschillen, maar de dames blijken meer met elkaar gemeen te hebben dan ze dachten. Beiden in de herfst van hun leven, beiden met volle teugen genoten van de vrije seksuele moraal van de jaren zestig, beiden succesvolle zangeressen met een heel eigen publiek. Wie komen er eigenlijk af op dit wonderlijke duo? De zaal is vrijwel uitverkocht aan grotendeels vijftig plussers en dan voornamelijk vrouwen. Dat was te verwachten. Toch bespeur ik ook frisse dertigers en kwieke heren onder de toeschouwers.

Het zaallicht dooft. Grande dame Arean bevindt zich in een van de twee stoelen op het podium. Zelfs deze rekwisieten blijken te zijn aangepast aan de 'tegenpolen': de ene stoel elegant en met sierlijke krullen, de andere recht-toe-recht-aan. Decor: een complete tweedehandswinkel vol met feestjurken. Al pratend, zingend en filosoferend werken de dames zich door hun levens en zangcarrières, hier en daar niet bepaald tekstvast. Ze zijn duidelijk nog niet goed op elkaar ingespeeld, wat bovendien niet altijd even professioneel wordt opgelost. De sneren naar hun minder geslaagde collega's Ria Valk, Ronnie Tober, Bonnie St. Claire en Conny Vink krijgen daardoor iets onaangenaams.

Waar ik bang voor was, gebeurt: Arean zingt Alberti volkomen van het toneel. Pas bij de finale, met klassiekers als Telkens weer, Zaterdagavond en Morgen ben ik de bruid, kan ook Willeke schitteren. Maar dan is het te laat.

Uit: De Gelderlander, 15 november 2002
Door: Nicole Beaujean

Recensie 4. Alberti en Arean in volle bloei

Willeke Alberti en Jenny Arean: twee boegbeelden van de vaderlandse muziek- en theatergeschiedenis. Wat doen die twee samen op een podium? Nou, laten zien hoe het is om twee zelfbewuste, onafhankelijke vrouwen te zijn, bijvoorbeeld.

Ter plekke rekenen ze af met bedrieglijk echte sprookjesprinsen, met vrouwen die kinderen krijgen omdat ze zich alleen voelen, 'Kinderen die zich net zo alleen voelen als jij'. Natuurlijk, 'Het is eenvoudig je hart te verliezen,' zingen ze, en: 'Ik mis het verrukkelijke vreemdgaan van toen'. Maar: 'In de herfst van mijn leven sta ik nu eindelijk in bloei'.

Een wondermooie toonzetting van twee grandes dames op het toneel, 'goedgekeurd tot de dood erop volgt', die het leven liefhebben en tegelijk relativeren, terwijl ze samen de balans opmaken. De een vraagt zich af 'of ze d'r leven niet een beetje slap heeft zitten leven', de ander begrijpt het verschil niet tussen ontroerend en sentimenteel. De prachtige liedjes van Jurrian van Dongen en George Groot - die ook tekenen voor de verbindende teksten - op muziek van onder anderen Charles Aznavour en Henny Vrienten zorgen voor een brok in de keel. 'Duizend jaar terug had ik nog zoveel dromen' en 'Wat hebben wij ermee gedaan... niets mee gedaan'. Het is inderdaad ontroerend zonder sentimenteel te worden, en ook nog eens verrassend actueel.

Dat laatste hadden ze beter kunnen uitbuiten. Ze houden zich angstvallig aan hun tekst en gaan een dialoog met het publiek uit de weg, terwijl het verhaaltje over de dames Klarenbeek en Verbrugge, twee vedettes die elkaar ontmoeten in een hotel, als los zand aan elkaar hangt - waarschijnlijk de reden waarom de voorstelling geen pauze heeft. Gelukkig benutten ze wel elkaars sterke kanten. Danst Arean er als een echt podiumdier lustig op los, Alberti houdt het meer ingetogen. Deze tegenstelling tussen de olijke cabaretière en het lieve zangeresje van de 'Zonnebloemboot' - 'Gisteren was ik de bruid' - komt heel leuk uit de verf.

Daarbij speelt het begeleidende trio onwaarschijnlijk goed, en is het decor van speels verlichte jurken een feest om te zien. Hoewel het verder behalve die twee stoelen geen enkele functie heeft. Evenmin als het flinterdunne verhaaltje, eigenlijk. Maar ja: 'Wij gaan al meer dan veertig jaar mee. We zijn al twee centimeter gekrompen.'

Uit: Eindhovens Dagblad, 1 april 2003
Door: Erik Vink