Interview "Algemeen Dagblad", 6 juni 2005

Nooit meer weg uit Amsterdam

Haar allereerste repetitie voor "De Jantjes" was niet op alle fronten een succes. Het was de heetste dag van het jaar op de heetste plek van het land: Venlo bij 31 graden. Op de weg terug naar huis hielden de treinen ermee op en moest ze in een stampvolle bus via Nijmegen terug naar Amsterdam.

"Vier uur lang heb ik erover gedaan om thuis te komen", zegt Jenny Arean. "Eerst die volle hete bus en dan zo'n moderne dubbeldekkertrein waar geen raampje open kan. Op de fiets van Centraal Station naar huis hoor je dan overal dat geroezemoes boven de terrasjes uitstijgen. Het is dat ik zo van dit vak houd, maar op dat soort momenten moet je er wel wat voor over hebben. Ik ben direct naar huis gegaan en heb een lekker bad genomen. Dat was mijn eerste hete zomerdag van het seizoen."

De grande dame van de Nederlandse podiumkunsten in een bus van Connexxion op weg van het theater naar huis. Het is het lot van een actrice die na 41 rijlessen de hoop liet varen ooit een auto te besturen. Arean en het keurslijf van leren of cursussen gaat niet samen. Zelf is ze niet verder gekomen dan een paar jaar huishoudschool. Ze is een vrouw van de praktijk, die haar intuïtie altijd heeft gebruikt als kompas in haar leven. Dat kompas wees al in de kinderjaren in de richting van het theater. Als 17-jarige sprong ze in het diepe van het ABC-cabaret van Wim Kan. En al werd ze op handen gedragen door de oude meester, ze heeft zich nooit laten leiden door overmoed. "Wim Kan hield van mij, dat is alles wat ik weet", zegt Arean. "Ik sta gunstig in zijn dagboeken, maar hoor niet tot het soort artiesten dat letterlijk kan citeren wat meneer Kan die en die dag over mij heeft geschreven"

"Buitenstaanders denken dat ik heel zelfverzekerd ben, maar dat is schijn. Ik vind mijzelf juist een enorme angsthaas. Bij elk nieuw project keert de twijfel terug. Mensen om mij heen moeten me overtuigen dat ik het aankan. Ik ben enorm gedreven bij alles wat ik doe. Als ik weet dat iets beter kan, dan moet dat gebeuren. Noem het perfectionisme, maar ik vind het een vereiste in dit vak. Mensen die genoegen nemen met minder of lui achterover leunen met een mentaliteit van "zo is het toch ook goed", komen niet in mijn kring voor. Voor dat soort mensen ben ik misschien een lastige tante. De mensen met wie ik werk, hebben dezelfde mentaliteit als ik, we begrijpen elkaar precies en hebben bij het repeteren juist een enorme lol. Ook nu ik ouder word, pieker ik er niet over de lat lager te leggen. Niet werken zou mij een nutteloos gevoel geven. Het zal het protestantisme in mij zijn, hoewel ik zelf helemaal niet protestants ben."

In haar cd-speler speelt de nieuwste disk van Rufus Wainwright, in wie zij grote overeenkomsten ziet met haar idool Harry Nilsson. Haar zonovergoten achtertuin, een stille plek middenin de Amsterdamse Jordaan, staat in volle bloei. Ze opent de keukendeur. "Is het geen idyllisch plaatje?", vraagt ze, plukken aan een roos die een opdonder heeft gekregen van een flinke plensbui. "Ik had een veel groter huis kunnen hebben ergens buiten de stad, maar ik ben teveel verknocht aan deze plek. Een klein huis betekent dat je weinig spullen om je heen kunt verzamelen. Gelukkig ben ik niet materialistisch, maar toen ik een paar weken geleden 30 dozen met boeken moest wegdoen, ging dat toch van het hart. Amsterdam is mijn plek. Als ik door al die leuke buurtjes fiets, voel ik mij toerist in eigen stad. Toen begin maart zo'n dik pas sneeuw was gevallen, ben ik met een camera de stad ingegaan en heb twee rolletjes volgeschoten. Die avond in de kroeg en aan een glaasje rode port bleek bijna iedereen hetzelfde te hebben gedaan. Dat soort momenten van klein geluk, daar kan ik ontzettend van genieten."

Aan haar keukentafel is ook het fundament gelegd voor haar laatste theaterprogramma "Solo", dat vorige week zijn laatste voorstelling beleefde en dat alom lovende kritieken kreeg. Samen met Ivo de Wijs, Jurrian van Dongen, Daniël Lohues (van de popgroep Skik) en veel flessen wijn sleutelde ze aan nieuwe liedjes en persoonlijk getinte sketches. Zoals het Arean betaamt, schuwde zij het engagement niet. Ditmaal betrof het een lied over vreemdelingenhaat en de verharding van de ooit zo tolerante Nederlandse maatschappij. "Na de moord op Theo van Gogh was er dat verwarde gevoel van: "waar zijn we nou mee bezig?" Dan moet ik echt knokken om mijzelf niet in een vijandige wereld te zien. Ik verdom het om verbitterd te zijn."

Drie dagen na haar laatste solovoorstelling maakte ze haar debuut in "De Jantjes". Daarin heeft ze de rol van tante Piet overgenomen van Carry Tefsen. "Ik had de voorstelling nog nooit van mijn leven gezien", bekent Arean. "Nadat ik de band had bekeken, ben ik overstag gegaan. De Jantjes behoren tot het Nederlandse cultuurgoed. Het is op een mooie wijze naar deze tijd vertaald zonder dat het afbreuk doet aan het oorspronkelijke volkse karakter. Het was alleen een vreemde ervaring om als nieuweling in een productie te stappen die al op rolletjes loopt. Hetis ook niet zo'n grote rol die ik speel en het duurt maar vier weken. Precies de periode die ik nog over had tot aan mijn vakantie naar Griekenland. Want om nu vier weken werkeloos thuis te zitten..."

Bron: Nico Heemelaar; Algemeen Dagblad, 6 juni 2005