Interview "Raskrabbel", juni 2000

Jenny Arean was in mei 2000 in Oman, met haar programma: "Voorwaarts en niet vergeten".

Ik heb regelmatig gehoord dat je Oman zo’n heerlijk land vindt. Wat vind je er zo leuk aan? Je bent er ten slotte al voor de derde keer. Van welke trip heb je dit keer het meest genoten?

Dit keer was mijn bezoek natuurlijk veel langer dan de eerste keren. Ik denk, het allerleukste, niet wat schoonheid betreft, hoewel, toch ook, was het ontmoeten van de vele mensen in Sinaw.De kamelenmarkt in Sinaw. Er waren veel kamelen met jongen, veel geiten en heel veel mensen. Al die bedoe’s zijn zo mooi en zo geestig. Ze houden van lol. Ik ben overal geknepen. Overal werd ik aangehouden en werd er onderhandeld. En gelachen met die vrouwen. Dan slaan ze op je schouders en dan geef je ze gewoon een mep terug. En dan was er weer een man, compleet met sabel en hunjar, die een dans uitvoerde met wilde kreten, allemaal lachen.Opa, die alle kleinkinderen erbij haalde, want ze wilden allemaal op de foto, alsof het statieportret moest worden.

Wadi Tiwi, Misfar, het is allemaal mooi, het ene is nog beeldiger dan het andere.

Wat vind je het grootste verschil met de eerste keer en nu dat je in Oman bent?

Deze keer had ik natuurlijk al een indruk over Oman. De eerste keer dacht ik dat ik rechtstreeks in de bijbel terecht kwam.Rotsen, stenen, en dan opeens een dadelplantage met jongetjes in groene jurken, en meisjes met een kruik op het hoofd bij een waterput. Dit kende ik alleen maar van plaatjes en documentaires. Maar nu ben ik er dan toch zelf bij. Dus dat weten we nu. En zeker na de tweede keer, nog meer gezien te hebben, maar voor mij was het nu meer vertrouwd. In 1991 was ik hier voor het eerst. Muscat is natuurlijk veel groter geworden. Overal veel huizen bijgebouwd. Al die rare nieuwbouw, vooral bij Sur kon je dat zo goed zien. Paleizen die in het zand gebouwd worden, aan de overkant van de weg bij het Sur Beach Hotel. De nieuwbouw, torens, romantische oosterse paleizen, met ommuurde tuinen. Dat staat daar maar gewoon in het zand..

Heb je elk jaar een nieuwe groep van musici en begeleiders om je heen?

Dat wisselt. Voor nu en het komend seizoen word ik muzikaal bijgestaan door Hubert Heeringa en Peter van de Zwaag. Een paar jaar geleden heb ik daar ook een programma mee gemaakt. En verder zit ik al jaren bij Brigitte, sinds ze haar eigen impresariaat begon. Ik kwam net uit een musical waarin ik speelde. Zij zat op kantoor van de producer van die musical, en ze begon daarna met Pim Wallis de Vries samen een eigen productiekantoortje. En toen ben ik meegegaan. Dat was in 1984. Al een jaar of zeventien dus. We kunnen lezen en schrijven met elkaar. Het volgende seizoen, van september tot eind december, speel ik het zelfde programma.

Wie zijn de grootste inspiratoren geweest in je loopbaan tot nog toe?

Eigenlijk zijn het bijna altijd schrijvers. Mensen waar je je ideeën mee doorneemt en aan kwijt wilt, en die dan voor je schrijven. Vroeger zijn dat Robert Long geweest en Dimitri Frenkel Frank, Willem Wilmink, Jan Boerstoel, George Groot, Chicago". Dat heeft de volgende achtergrond. Bob Vossy, is de gigantische choreograaf uit Amerika. Daar heb ik twintig jaar geleden de musical “Dancing” van gezien in New York. Toen dacht ik: ‘Oh, als ik toch ooit eens in een productie kon staan over zijn werk’. En daar kwam nu de kans voor. Maar natuurlijk zei ik dat ik dat helemaal niet kon vanwege tijdgebrek, want zelf speel ik al vier dagen van de week. (Later in het seizoen worden het er drie). En toen zeiden ze van Joop van den Ende Producties: “Nou, dat maakt toch niet uit, al is maar een keer per week, en je hoeft niet veel te reizen. Een half uurtje met de trein, want de musical wordt alleen maar in Utrecht uitgevoerd”. Een enige rol, niet slopend, maar met een prachtige tekst, waanzinnig goed vertaald. Meesterlijke muziek, met een groot orkest op het toneel. Ik dacht, dat doe ik, voor mijn eigen lol. Ik doe het een of twee keer per week. De rol wordt normaal door Marjolein Touw gespeeld. Dan kan zij af en toe ook eens een avondje vrij hebben.

Als er bij jullie iemand ziek is, moeten de voorstellingen dan afgelast worden?

Ja, in ons geval is dat niet door iemand anders over te nemen. Dat is afgelopen oktober gebeurd. Ik had geen stem meer, door een keelontsteking. We hebben toen vier dagen niet gespeeld. Gelukkig konden we de voorstellingen verschuiven naar een later tijdstip In het seizoen. In principe zijn we voor twee uitvalavonden verzekerd. Het kost natuurlijk heel veel geld om voorstellingen af te zeggen. Maar goed, in dit geval zijn de voorstellingen gelukkig later ingehaald. “Lekkere wijn trouwens”. (n.v.d.r. We waren aan de Hauterive van 1996, even een korte aanvulling).

Tot eind december dit jaar spelen we hetzelfde programma. Vanaf dan tot mei volgend jaar speel ik dan meer in de musical "Chicago". Marjolein neemt dan meer vrij. Dan ga ik op vakantie en vervolgens ga ik repeteren voor de musical "Foxtrot" van Annie M.G. Schmidt en Harry Bannink, die door Paul de Leeuw geproduceerd wordt. Dat worden zeker vijf avonden in de week, met soms wel zes. Maar gelukkig niet veel reizen. Daarna in 2002, ga ik weer een eigen programma doen. Absoluut.

Aan welke shows heb je de beste herinneringen?

De eerste keer was dat "Annatevka". Dat was een onvergetelijke belevenis. Mijn eerste soloprogramma: “Gescheiden vrouw op oorlogspad” en “Tip Top”, een programma wat we een jaar of vier geleden hebben gespeeld over het Tip Top theater, waarover ik ook verteld heb in dit programma. Dit ging over joodse artiesten in het Tip Top theater in de Breestraat in Amsterdam. Mensen gingen vernield van het huilen en van de ontroering de deur uit. Er waren mensen bij die zes keer die voorstelling kwamen zien.

Heb jezelf veel toneel gespeeld?

Jazeker, maar dat is redelijk lang geleden. Toen ik bij Wim Kan wegging, ik was net 21 jaar, en net getrouwd. Mijn toenmalige man, Huib Kooymans, zat net bij Toneelgroep Ensemble, en daar kon ik ook terecht. Later ook bij het Rotterdamse toneel. Liedjes en sketches bij Wim Kan was toch wel erg kleuterachtig werk. In die tijd ging ik ook voor het eerst toneel kijken. Ik had geen enkele opleiding gehad, maar ben zo leergierig als de ziekte.

‘Ik wil stukken zien: Shakespeare, Tjechov, de engelse komedie; Dat wilde ik zien!!’ En daar was toen plotseling een repertoire gezelschap wat breed speelde inclusief Shakespeare etc. Daar heb ik toen ettelijke jaren bij gewerkt met verschillende regisseuren, verschillende stijlen.

Af en toe, als ik er voor gevraagd word, speel ik nog wel eens een gastrol.

Amsterdam blijft je stad?

Jazeker! Ik blijf toerist in m’n eigen stad. Ik hou zo verschrikkelijk veel van Amsterdam. Ik woon natuurlijk ook op een waanzinnig punt. Want als je de omgeving van de brug van de Brouwersgracht/Prinsegracht ziet, dat is natuurlijk geweldig. Als je dan bij zonnig weer, voor Nederlandse begrippen, maar ook bij nevelig weer, de westertoren ziet liggen aan het eind, en dan die boten erbij. Jezus, wat woon ik hier dan toch begenadigd mooi. Wat heerlijk! Annemarie Grevel, een politica van de PVDA, en gemeenteraadslid van Amsterdam zei eens: “Kijk, weet je wat het is”, ze had zo’n lekkere kraakstem, “weet je wat het is, het lekkere van in de stad wonen is, dat er op iedere hoek een kroeg te vinden is, en het gaat er niet om dat je er naar toe moet, maar het idee dat ze er zijn, en dat daar mensen zijn, dat je er heen kan, altijd een praatje kunt maken”.

Heb je nog een leuke boodschap voor de Nederlanders in Oman?

Pak alles van dit land aan zien en beleven, wat er uit te halen is. Geniet van dit onwaarschijnlijk prachtige land, en abonneer je op de Volkskrant om bij te blijven. Niet via internet! Abonneer je en lees hem en denk er over na!

Heb je nog wat laatste opmerkingen, voordat we lekker gaan eten bij de Woodlands?

Dat ik met een groot vervuld hart naar huis ga. Dat ik zo onwaarschijnlijk genoten heb, onvergetelijke dingen heb gezien. Ik ben Rita, Wil en Hank van Twist ongelooflijk dankbaar voor hun grenzeloze hartelijkheid en enthousiasme.

Ik kom zeker terug in Oman.

Bron: Jaap Croese; Raskrabbel, juni 2000